Hoe kan je je verzetten tegen tijdelijke omlopen
Wij krijgen ook regelmatig vragen van omwonden ivm tijdelijke inrichtingen. Op hun vraag hebben we dan ook de regelgeving betreffende deze wedstrijden toegelicht. Ook hoe men zich als omwonende er zich tegen kan verzetten ! Dit kan door :
- Na te gaan of de gemeente bij het verlenen van de vergunning geen administrative fout begaan heeft? Men moet nl de bevolking de mogelijkheid bieden kennis te nemen van het voorstel en beroep aan te tekenen. Is dit niet gebeurd kan men de vergunning door de provincie of het agenschap binnenlands bestuur laten schorsen.
- Men kan nagaan of de locatie in regel is met "BIJLAGE VLAREM.V76 - Omlopen voor motorvoertuigen" Art. 5.32.10.2. Verbods- en afstandsregels
- verboden Indien de tijdelijke omloop geheel of gedeeltelijk gelegen is in : zie §1 1
- §1 2 ... deze verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op tijdelijke inrichtingen
- §1 3 op een afstand van minder dan 75 m van individuele woningen, met uitzondering van de woning van de exploitant van de inrichting - Verder kan je steeds burgerlijk rechtelijk bij een rechtbank een kortgeding inleiden onder
- 544 B.W. (Burgerlijk Wetboek) dat het "eigendomsrecht" behandeld : " Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen." Van hieruit vertrekkend, is men door de loop der jaren gekomen tot de interpretatie inzake het begrip "burenhinder". Iedere eigenaar mag dus zijn eigendomsrecht ten volle benutten maar dit geldt voor iedereen, dus ook voor iemands buurman die over dezelfde absolute rechten zou moeten kunnen beschikken. Wanneer nu door het (zelfs rechtmatig) uitoefenen van een eigendomsrecht door de eerste een beknotting volgt van het recht van de tweede eigenaar, dan is dus het evenwicht dat moet bestaan tussen de diverse eigendomsrechten geschonden en kan dit leiden tot een vergoeding, rechtzetting, stopzetting ... Kortom een beknotting van het recht van de eerste en de verplichting om het evenwicht terug te herstellen tussen de twee partijen. Bij dit alles doet het er helemaal niet toe of er een fout gemaakt werd: zelfs indien men niets abnormaals gedaan heeft, kan dit toch leiden tot een burenhinder. Eerste belangrijke conclusie: artikel 544 B.W. geldt voor de eigenaar. Dit houdt dan ook in dat de schadelijder-buur, die lijdt onder het verstoorde burenevenwicht, zich dient te verhalen op de eigenaar-buur die voor het geleden nadeel dient in te staan. --> je moet dus achter de eigenaar van het terrein aangaan !
- 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek. Hiermee kan men de organisator aanspreken indien hij de voorwaarden van de vergunning niet naleeft... Voor de toepassing van de foutaansprakelijkheid moet aan drie voorwaarden voldaan worden: er moet schade zijn, die het gevolg is van een toerekenbare fout en er moet een oorzakelijk verband tussen fout en schade worden aangetoond. Iemand die op grond van artikel 1382/1383 B.W. aansprakelijk wordt gesteld, zal de schadelijder moeten tegemoetkomen, d.i. de schade moeten vergoeden hetzij door de aangerichte schade te herstellen, hetzij door een (vervangende) schadevergoeding te betalen. Er is sprake van fout indien een wettelijke of reglementaire bepaling wordt overtreden, maar ook wanneer de algemene zorgvuldigheidsnorm niet wordt nageleefd. De algemene zorgvuldigheidsnorm is geschonden wanneer de schadeveroorzaker niet heeft gehandeld als een goede huisvader (bonus pater familias) of niet heeft gedaan wat van een normaal zorgvuldig persoon mag verwacht worden. --> dus bv indien er geen of onvolledige "controle is op het naleven van geluidsnormen"